In de bossen van Noord-Nederland was lang geleden een ondoordringbare haag te vinden met een geheimzinnige poort erin. (Misschien ligt die er nog steeds wel, maar dat is een ander verhaal.)
Op deze poort rustte een sterke toverij. Eén van de magische eigenschappen ervan was dat volwassenen niet door deze poort heen konden gaan. Alleen kinderen konden de landen betreden die erachter lagen. Want deze poort leidde naar een plek die niet helemaal van deze wereld was: het dorpje Wisseling en, daar voorbij, het bos dat het Wisselwoud genoemd werd.
Wisseling werd voornamelijk bewoond door kinderen; de paar volwassenen die er woonden, zijn er na hun zestiende gebleven om de jongere kinderen te helpen en les te geven.
De kinderen die in het dorp wonen zijn allemaal om een of andere reden bijzonder. De meesten van hen zijn heel slim, heel sterk of op een of andere manier getalenteerd.
Ze zijn allemaal om hun eigen redenen naar Wisseling gekomen. Sommigen hebben jarenlang naar het dorp gezocht, anderen zijn gewoon verdwaald in het bos. Er wordt wel beweerd dat het dorp een magische aantrekkingskracht uitoefent op de bijzonderste kinderen.
Wisseling is een belangrijke plek. In het midden van het dorp ligt een magische Kring. Daarin wordt aan het begin van elk seizoen een ritueel uitgevoerd. Als dat goed gaat, dan wordt het seizoen ook goed. Dan zullen de gewassen en de dieren goed groeien, en zal de mens niet geteisterd worden door stormen, droogte of dodelijke vorst.
De Kring beïnvloedt de seizoenen niet alleen in het dorp zelf, maar ook in het hele Wisselwoud én in de gewone mensenwereld. Dat is een hele verantwoordelijkheid!
De Kring moet goed beschermd worden, want er zijn allerlei ongure types die haar magie willen gebruiken voor slechte doeleinden.
Ook zijn er lieden die van de mensenwereld naar het Wisselwoud willen gaan, of andersom, en de enige route is via Wisseling.
Het draait dus regelmatig op vechten uit in de buurt van het dorp.
Het is maar goed dat de kinderen van Wisseling bovengemiddeld sterk en slim zijn - en ook nog eens goed in zwaardvechten, magie en genezing.
Het dorp Wisseling is verdeeld in vier wijken, die de Kwartieren worden genoemd. Ieder Kwartier heeft de naam van een seizoen. De kinderen, die bij een bepaald Kwartier horen, hebben vaak een karakter dat bij hun seizoen past. Ieder Kwartier heeft ook zijn eigen voorkeuren, als het om kleding gaat. Dat zie je bijvoorbeeld aan de kleuren, die de mensen dragen. Ieder Kwartier heeft ook zijn eigen taak in het dorp:
Het Herfst kwartier:
Herfstenaren zijn wispelturig van aard, en laten zich snel meeslepen door hun heftige emoties: ze kunnen in een oogwenk omslaan van razende woede naar schaterende vreugde naar tranen met tuiten. Ze kunnen gul zijn als een goede oogst en razen als een novemberstorm. Vaak hebben ze iets mysterieus, je weet niet snel wat je aan ze hebt. De kleur van de Herfst is bruin, en ook houden de Herfst kinderen van oranje, geel en zwart. De kinderen van Herfst zorgen voor de Herberg. Koken (met alles wat daarbij hoort) en het opslaan en beheren van voorraden zijn hun verantwoordelijkheden.
Het Winter kwartier:
Winteraars zijn zwijgzaam op het norse af. In het dorp word wel gezegd: "Die van Winter stellen nooit vragen, en die van Zomer luisteren nooit naar antwoorden". Ze spreken pas als ze lang hebben nagedacht en meestal is het dan ook de moeite waard om op te letten. Die van Winter dragen meestal wel iets grijs, en ook van blauw, wit en zwart. De kinderen van Winter zijn de ambachtslieden van het dorp. Alles wat er met de hand gemaakt moet worden, van kleren tot wapens, komt van Winter.
Het Lente kwartier:
Lentenaren zijn over het algemeen optimistisch en opgewekt. Ze zijn dol op malle rijmpjes en muziek en stellen veel prijs op een goede, hartelijke sfeer waar iedereen zich welkom voelt. Ze zijn openhartig en goed van vertrouwen. Daardoor komen ze soms in de problemen, maar ze zijn taaier dan je denkt. Het taaist van allemaal. Misschien is het wel dat optimisme, dat ze altijd maar gaande houdt. De kleren van Lente zijn vaak groen, maar je ziet er ook veel geel, wit en rose. De kinderen van Lente zorgen in het dorp voor alle planten en dieren. Zij zorgen dat er in het dorp geen honger wordt geleden, en ze hebben een grote kennis van geneeskrachtige kruiden.
Het Zomer kwartier:
Zomeraars borrelen altijd over van de plannen en ideeën. Daardoor luisteren ze niet altijd even goed naar wat anderen te zeggen hebben, hoewel ze ook grootmoedig hun meerdere kunnen erkennen als ze die tegenkomen. Ze zijn nergens bang voor. Zomer is te herkennen aan zijn rode kleding, hoewel je er ook veel oranje, rose en blauw ziet. De kinderen van Zomer zijn overal goed in. Onder hen vind je de grootste kunstenaars, de machtigste tovenaars, de felste krijgers, de vaardigste genezers en ga zo maar door. Het maakt hen niet uit wat ze doen, als 't maar groots en meeslepend is en als ze er maar in kunnen uitblinken.
Seizoensfeesten - De belangrijkste taak van ieder kwartier is echter het verzorgen van een feest. Aan het begin van ieder seizoen wordt een feest gehouden, waarbij een een magisch ritueel wordt uitgevoerd. Als het ritueel (en het feest) goed gaat, dan zal het komende seizoen ook goed zijn. Maar als een Kwartier de boel verprutst, dan gaat de wereld een droevige tijd tegemoet. Een lente zonder lammetjes, bijvoorbeeld. Of een zomer zonder warmte, een herfst zonder oogst of een winter zonder sneeuw.
Achter het dorp begint het Wisselwoud, waar alle magische, niet-menselijke wezens wonen. Elfen, dwergen, trollen, orken, noem het maar op: ze wonen in het Wisselwoud. Al deze wezens bij elkaar worden ’Het Goede Volk’ genoemd. Niet omdat ze zo opvallend goedaardig zijn, maar omdat ze kwaad worden als je hen anders noemt.
Het Goede Volk kan niet sterven, maar ze kunnen ook geen kinderen krijgen. Waar komen ze dan vandaan?
Dat zit zo: als een mens vanuit het dorp het bos in gaat, en diegene blijft langere tijd in het bos, dan begint hij of zij te veranderen.
Als je iets eet of drinkt,wat uit het Wisselwoud komt, gebeurt dit trouwens ook. Maar dan veel sneller. Want het Wisselwoud is de plek waar alles verandert: bomen veranderen van plek, paden leiden opeens naar nieuwe bestemmingen en mensen veranderen in het wezen dat ze diep in hun hart al zijn. Houd je van magie en de schoonheid van de natuur, dan is de kans groot dat je een elf wordt. Ben je wreed en boosaardig, dan word je een ork. Enzovoort.
Sommige kinderen in het dorp zijn ook al een beetje veranderd in dergelijke wezens; die hebben gewoon iets te lang in het bos rondgehangen.
Aangezien het Goede Volk niet sterven kan, zijn er onder hen ook personen die al vele eeuwen oud zijn. Sommigen van hen dragen de namen van oude, heidense goden. Het is niet bekend of ze die naam hebben aangenomen, omdat ze graag op de god van hun keuze wilden lijken, of dat de oude godenverhalen eigenlijk gaan over de daden van deze leden van het Goede Volk. Zij zijn vaak machtig genoeg om voor goden door te kunnen gaan...
Het bos wordt al sinds mensenheugenis geregeerd door de elfenkoning Oberon en Titania, de Koningin van de Nacht.
In het algemeen kun je zeggen: hoe ouder een persoon van het Goede Volk is, hoe meer macht en kracht zij of hij heeft kunnen verzamelen. De jonge leden van het Goede Volk (de spelers dus) zijn nog niet zo sterk. Maar dat kan veranderen…
Wil je een nog completer beeld van de wereld waar het verhaal zich afspeelt?
Lees dan de boeken Jorrik de Ork (zelf lezen: 8+), Jorrik de Ork en de Steen van de Schimmen (idem) of Wisselkinderen (11+).
Alledrie de boeken zijn geschreven door Thijs Goverde (niet geheel toevallig ook degene die de plots voor de evenementen vormgeeft) en verkrijgbaar in de bibliotheek en de boekhandel.
